• Focus op Groei
Telegraaf – donderdag 17 oktober 2013
De afgelopen maanden heb ik me wel eens afgevraagd door wie Nederland nou werkelijk geregeerd wordt? Er zijn nogal wat antwoorden mogelijk. De Eerste Kamer, de SER, de angst voor Wilders, Maurice de Hond en Brussel.
Zonder me in politiek gekleurde discussies te willen begeven, zitten we in een patstelling. Het land heeft een krachtdadige aanpak nodig, maar onze regering heeft zichzelf in een positie gemanoeuvreerd met buitengewoon weinig speelruimte en te weinig draagvlak. Door de akkoorden met sociale partners is een deel van de beleidsruimte ingeperkt, Brussel heeft met de geëiste zes miljard bezuinigingen de financiële agenda bepaald en het kabinet moest nog concessies richting CU en D66 doen om überhaupt overeind te blijven. Vrolijke persconferentie, blije gezichten. Maar het probleem, de tot stilstand gekomen economie, wordt hiermee niet opgelost.
Wat Nederland nodig heeft is een focus op groei, economische groei. Natuurlijk zijn er externe invloeden aan te wijzen voor de zwakke economie: de Europese recessie en de bankencrisis die onze overheidsschuld heeft doen groeien. Maar een belangrijk deel van onze zwakke groei is door de regering zelf veroorzaakt: ‘self-inflicted’. Als we in een al zwakke economie de lasten voor burgers en bedrijfsleven fors verhogen, neemt dat de lucht uit de economie weg. Als je de mogelijkheden om een eigen huis te kopen drastisch beperkt en duurder maakt, geef je de woningmarkt een trap na. Als je banken dwingt te snel hun balans te verkleinen, geven ze geen of mondjesmaat krediet. Met al die maatregelen haal je de energie uit de economie. Met als gevolg: afnemende koopkracht, minder bedrijfsinvesteringen, lagere belastingopbrengsten, meer werklozen. En dat maakt het gat in de begroting alleen maar groter.
En dáárom zitten we – overigens alleen wat betreft de economische groei op dit moment – bij de laatsten van Europa. En dat terwijl we zoveel beter kunnen. Nederland heeft een goed opgeleide beroepsbevolking, goede bedrijven, veel ondernemende burgers, enorme pensioenreserves en een relatief hoog welvaartsniveau. Maar we moeten ons weer op groei gaan richten. Hoe zorgen we dat de economische groei weer naar 2 tot 3 procent gaat. Bij dergelijke – overigens heel normale! – groeipercentages, neemt de werkloosheid weer af en krijgt de overheid meer belasting binnen.
We kunnen hopen dat de economie weer aantrekt, maar daarvoor hebben we geen kabinet nodig. Duurzame groei lukt niet door de overheidsbestedingen kunstmatig te vergroten maar door burgers en ondernemers meer ruimte te geven. Het bedrijfsleven heeft in de afgelopen 10 a 15 jaar enorme stappen gezet om de bedrijfsprocessen efficiënter te maken en de overheadkosten te reduceren. Onze overheid kan daar nog belangrijke stappen in maken. Ik denk overigens niet aan meteen aan de standaard overheidstaken (zoals onderwijzers en politieagenten), maar vooral aan de uitwas van bestuurlijke halve overheidsinstanties, vele adviesorganen, bestuursorganen, commissies, task forces, woningbouwcorporaties en dergelijke. Ons overheidsapparaat moet en kan kleiner. In het bedrijfsleven noemen we het overhead.
In hoeverre ben ik voor strikte handhaving van de drieprocentsnorm. Eerlijk gezegd vind ik drie procent te hoog, wat mij betreft gaan we naar een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Dat is toch logisch? Structureel meer uitgeven dan er binnen komt is onverstandig en onwenselijk. Maar ik geloof er niet om dat nu door lastenverzwaring versneld op te leggen. Dat schaadt onze economie. In plaats daarvan moet het tekort structureler worden teruggebracht door in de overheidsorganisatie te snijden. En Brussel? Nu Brussel ons zo zwaar de maat neemt, is het moment aangebroken om te stoppen met onze bovenmatige begrotingsbijdrage. Wij betalen een bovengemiddelde contributie aan onze Europese vereniging en daar is geen reden voor. Dat is bezuiniging nummer 1. En als Brussel volhardt in zijn kritische geluid naar Nederland, zou ik daar nog aan willen toevoegen dat de EU zelf eens op de kosten moet gaan letten, het Europese ambtenarenbestand niet uit moet laten dijen en moet stoppen met de geldverslindende, onzinnige gependel tussen Brussel en Staatsburg.