Het handelsbeleid en de Nederlandse economie
Position paper Handelsbeleid
Handel en de Nederlandse economie zijn sterk met elkaar verweven. Handel is van vitaal belang voor de verdienkracht van de Nederlandse economie. Ruim 32% van het Nederlands BNP wordt in het buitenland verdiend. Nederlandse bedrijven kunnen goed concurreren met het buitenland. Het handelsbeleid sluit echter niet optimaal aan bij de behoefte van de kleinere bedrijven, waardoor deze ondernemers niet voldoende gestimuleerd en gefaciliteerd worden om internationaal te ondernemen. Momenteel opereert slechts 9% van het midden- en kleinbedrijf internationaal.
Het ondernemerslandschap is veranderd, grote bedrijven blijven krimpen terwijl er steeds meer kleine(re) ondernemingen ontstaan. Deze ondernemingen zijn wendbaar ingericht en hebben minder slagkracht en trackrecord dan grote gevestigde bedrijven om individueel op buitenlandse markten te concurreren. Kleine(re) ondernemingen hebben behoefte aan een andere vorm van handelsbevordering. Het handelsbeleid is hier nog niet op ingericht en zou dus geoptimaliseerd moeten worden om deze ondernemers te stimuleren en te faciliteren.
Het handelsbeleid moet vraag-gestuurd word worden ingericht. De behoefte van Nederlandse ondernemers moet leidend zijn bij het vaststellen van de ondersteuning, instrumentaria en activiteitenagenda. Dit vergt dat continu onderzocht wordt wat de vraag is, wat ondernemers nodig hebben en hoe ondernemers het beste ondersteund willen worden en hoe we effectief de publiek-private samenwerking hierop kunnen afstemmen. Hierbij moet niet alleen naar de behoefte vanuit de topsectoren gekeken worden, maar de behoefte van alle ondernemers. Op basis van die kennis kan een doelgericht exportbeleid worden vastgesteld.
De afgelopen jaren is het belang van handel en geld verdienen in het buitenland onderbelicht gebleven. ONL heeft de indruk dat de politieke focus meer lag op IMVO en hulp dan bij export en buitenlandse handel. Het belang van internationaal geld verdienen door handel moet binnen de politiek weer duidelijk in het vizier komen. Succesvolle buitenlandse handel is niet vanzelfsprekend. De Brexit en de onvoorspelbare mondiale ontwikkelingen brengen grote risico’s en kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Juist nu is de juiste ondersteuning vanuit de overheid essentieel.
Het huidige handelsbeleid blijft te veel gaan over hoe dingen in Den Haag geregeld moeten worden, hoe overheidsloketten en handelsmissies ingericht of vormgegeven (moeten) worden. Het handelsbeleid is er ter ondersteuning van het bedrijfsleven, maar bij het vaststellen wordt onvoldoende gekeken naar het veranderende profiel en portfolio van de Nederlandse ondernemingen. Kleine ondernemers hebben minder aan een kennismaking met een belangrijke minister of het voorgesteld worden aan de CEO van een groot buitenlands bedrijf, zij willen in contact worden gebracht met project originators en toegang krijgen tot grensoverschrijdende waardeketens.
Vanuit start-ups en het midden- en klein bedrijf bestaat er behoefte aan:
- Ondernemende ecosystemen (aansluitende proposities die passen in lokale waardeketens) om mee naar het buitenland te gaan;
- directe toegang tot potentiële opdrachtgevers;
- financieringsmogelijkheden t.bv. producten en bruikbare exportinstrumenten voor de export en implementatie van kennis;