Nieuws

Wat betekent het nieuwe pensioenakkoord? – gastcolumn door Theo Gommer

De verdere uitwerking van het PensioenAkkoord 2019 is én in volle gang en wordt steeds definitiever. Wat gaat er de komende jaren allemaal veranderen?

Afschaffing doorsneepremie
Allereerst wordt de zogenaamde doorsneepremie – iedereen betaalt evenveel premie – afgeschaft en gaat de pensioenpremie in een persoonlijke pensioenpot. De hoogte is dan afhankelijk van die spaarpot en het (behaalde) rendement en de levensverwachting. En is dus minder stabiel dan zoals nu.

Dat gold overigens uiteraard al voor bedrijven (in de vrije markt) met een beschikbare premieregeling. Na ingang stijgt (of daalt) het pensioen eveneens afhankelijk van het rendement.

Solidariteitsreserve
Wel gaat een deel van de eigen premie in een solidariteitsreserve, die moet zorgen dat de uitkeringen voldoende stabiel blijven. Waarbij tevens aangetekend dat het pensioengeld van jongeren risicovoller wordt belegd dan van ouderen. Het extra rendement dat daarmee gehaald wordt gaat grotendeels náár die jongeren, maar ook deels naar deze reserve.

Compensatie
Omdat 40-plussers als gevolg van de afschaffing van de doorsneepremie minder eigen pensioen gaan opbouwen, moeten zij gecompenseerd worden. Daarvoor komen geen standaard regels, maar dat moet per branche/bedrijf afgesproken. Dat zal nog een hele klus worden (met de Ondernemingsraad), omdat compensatie ten koste gaat van de loonruimte (voor jongeren).

Bij bestaande (stijgende) beschikbare premieregelingen mag gekozen worden om deze te handhaven en alleen nieuwe deelnemers in een flat-rate regeling te stoppen. Tot 2026 kan deze keus gemaakt worden. Als wél voor iedereen een flat-rate gaat gelden, moeten 40-plussers uiteraard weer gecompenseerd.

Uniform nabestaandenpensioen
Er komt voorts een beter en uniform nabestaandenpensioen voor ‘iedereen’ met een partner. Dat mag maximaal 50% van het salaris zijn, diensttijdonafhankelijk. Het wezenpensioen wordt beperkt tot 25 jaar (is nu 30 jaar). Beide pensioenen zijn op risicobasis, met mogelijkheden tot (tijdelijke) voortzetting na ontslag (en dus between jobs).

AOV ZZP-ers
De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers laat nog even op zich wachten. Ik verwacht dat deze er niet gaat komen overigens. Dat wordt té ingewikkeld en velen zullen gebruik maken van de mogelijkheid van opting-out.

Kortingen
Ook nog van belang is dat er in 2021 niet (verder) gekort hoeft te worden als een pensioenfonds maar een dekkingsgraad heeft van minimaal 90%. Verder is het de bedoeling dat alle opgebouwde pensioenrechten (dus ook die van gepensioneerden) in het nieuwe systeem worden ‘ingevaren’. Hoe de regels daarvoor gaan worden, is nog onduidelijk. Van belang is met name hoe omgegaan wordt met onderdekking. Moet er eerst gekort en dan pas ingevaren of mag de ‘korting’ deels verwerkt in de toekomst? Dat wordt nog een heikel punt.

Uit het PensioenAkkoord 2019 was tot slot al bekend dat:
– de AOW minder snel omhoog gaat (tot 2026 blijft deze beperkt tot 67 jaar);
– daarna gaat de pensioenleeftijd met 8 maanden omhoog voor elk toegenomen levensjaar;
– de boete op een ‘recht vervroegde uittreding (RVU) vervalt tot een uitkering van € 21.200,- par jaar (tot 2025);
– vanaf 2022 mag een gepensioneerde 10% van zijn pensioen als lumpsum krijgen;
– het aantal verlofspaardagen gaat naar 100 (was 50).

De afdronk is dat het a. goed is dat we zover zijn, maar b. dat er nog veel onduidelijk is, c. er nog veel te veel aandacht is voor eerder stoppen met werken terwijl de focus moet liggen op langer werken en dus duurzaam inzetbaar zijn.

Ook mis ik alle invulling van échte modernisering zoals:
– pensioengeld voor huis/hypotheek;
– pensioengeld voor studie-/zorgverlof en/of sabbatical;
– een hogere lumpsum van 10% en of verdere verruiming van een hoog/laag-pensioen dan 100:75;
– meer keuzevrijheid om (tijdelijk) minder pensioenpremie in te leggen;
– recht op parttime pensioen (en dus parttime werken), demotie en (parttime) doorwerken ná pensioendatum.

Al met al is er nog veel te doen en moet u voorbereid zijn dat ‘pensioen’ de komende 10 jaar continu aan verdere doorontwikkeling onderhevig is!

Theo Gommer is lid van de ONL Ondernemersclub. Hij is oprichter van Gommer & Partners en tevens verbonden als partner aan de &Gommer Pensions Group. Hij treedt veel op als inleider/docent en publiceert in (wetenschappelijke) vaktijdschriften en algemeen publieke bladen/kranten.