Column: Ondernemers als melkkoe voor een sluitende overheidsbegroting
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) is onder meer besloten verschillende wensen budgettair te dekken door verhoging van het hoge vennootschapsbelasting (VPB) tarief en het verder aanpakken van de earningsstrippingsmaatregel. Met deze grondslagverbreding wordt de renteaftrek in de VPB verder beperkt. Ik heb mij de afgelopen tijd meermaals uitgesproken tegen de hetze van het alsmaar verhogen van de financiële lasten voor ondernemers. Met de aanpak van de earningsstrippingsmaatregel wordt er budgettair 707 miljoen euro vrijgespeeld. Met andere woorden: ondernemers moeten 707 miljoen extra gaan betalen om de begroting van het demissionaire kabinet sluitend te maken. Ik vind het stuitend dat ondernemers worden gebruikt als melkkoe.
De verscherping van de earningsstrippingsmaatregel is genoemd in het halverwege september gepresenteerde onderzoek naar een meer gelijke behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen door het ministerie van Financiën. Ik ben al langer van mening dat er wat moet gebeuren aan de ongelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Alleen over de manier waarop verschil ik pertinent van mening. Daar waar politiek Den Haag kiest voor het minder aantrekkelijk maken van vreemd vermogen door ondernemers te straffen met een verdere beperking van de renteaftrek, pleit ik juist voor een positievere benadering van het eigen vermogen. Politiek Den Haag kiest duidelijk voor de stok en niet voor de wortel en vergeet daarmee de waarde van goed ondernemersklimaat. Fiscaal moet risicodragend kapitaal als bedrijfsfinanciering aantrekkelijker worden gemaakt ten opzichte van geleend geld. Dit komt ten goede aan juist de MKB-ondernemers die zich richten op de langere termijn. Familiebedrijven zijn een goed voorbeeld van bedrijven in het MKB die van nature inzetten op het aantrekken en vasthouden van eigen vermogen om de continuïteit op de langere termijn te borgen. Nederland moet, net zoals onder meer België, Portugal en Italië, kiezen voor het verbeteren van het aantrekken van eigen vermogen in plaats van het mes nog dieper te zetten in de belastingen voor vreemd vermogen.
Tegelijkertijd kan worden gesteld dat het demissionaire kabinet en de Tweede Kamer willekeurig shoppen uit het onderzoek van het Ministerie van Financiën. De onderzoekers zijn er namelijk heel duidelijk in: aanscherping van de renteaftrek in de VPB moet leiden tot een verlaging van het VPB-tarief, anders leidt dit tot een achteruitgang van ons ondernemersklimaat en een verslechtering van onze positie als vestigingsland. De grondslagverbreding in de VPB boven op een verhoging van het hoge VPB-tarief vormt een ernstige verslechtering van ons ondernemersklimaat, de ambtenaren van het Ministerie van Financiën impliceren het zelf in hun schrijven.
Nederland kent sinds de EU-invoering van de generieke VPB-rentebeperking in 2019 al een van de meest strenge varianten van de EU. Met de nu gekozen nog strengere regelgeving wordt er bewust voor gekozen Nederland verder op achterstand te zetten ten opzichte van de rest van de EU. Tegelijkertijd is de Europese Commissie bezig met een voorstel tot de introductie van een aftrek voor met eigen vermogen gefinancierde nieuwe investeringen. Het moet het aantrekken van eigen vermogen ten koste van vreemd vermogen stimuleren. De EC is voornemens om dit richtlijnenvoorstel begin 2022 te publiceren.
Waarom neemt politiek Den Haag juist nu een, op het eerste oog, overhaaste maatregel om het fiscale gat tussen eigen en vreemd vermogen te dichten? Het versterkt het beeld van een maatregel genomen puur en alleen voor een sluitende begroting en dat baart mij heel veel zorgen…
Hans Biesheuvel, 11 oktober 2021