CoronaNieuws

‘Ondersteun zelfstandigen over de grens’ – brief aan staatssecretaris Van Ark

Vandaag stuurde ONL samen met onze partnerorganisaties Stichting ZZP Nederland, Zelfstandigen Bouw, Expertisecentrum Zelfstandigen FNV en PZO onderstaande brief aan staatssecretaris Van Ark. In de ONL Podcast geeft ONL-voorzitter Hans Biesheuvel een toelichting.

Ondersteuning zelfstandigen over de grens

Geachte mevrouw Van Ark,

Hiermee reageren wij op de inhoud van uw brief d.d. 24 april 2020 aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangaande de ondersteuning van zelfstandigen in grenssituaties in het kader van de Tozo.

Het doel van de Tozo is het voortbestaan te bevorderen van Nederlandse ondernemingen, die zijn getroffen door de coronamaatregelen van het kabinet. De Tozo bestaat uit inkomensondersteuning en/of liquiditeitsondersteuning en onderscheidt zich van bijstand door het ontbreken van een vermogenstoets, een levensvatbaarheidstoets en een partnerinkomenstoets.

In het kader van de uitvoering door de gemeenten is de voorwaarde “woonachtig in Nederland”, die voor de Bbz geldt ook meegenomen in de Tozo. Daardoor komen ondernemers, waarvan de onderneming is ingeschreven in het Nederlandse handelsregister, die hun bedrijfsactiviteiten in Nederland uitvoeren en in Nederland belastingplichtig zijn, maar zelf over de grens, meestal in België of Duitsland wonen, op grond daarvan niet in aanmerking voor de Tozo.

Op basis van honderden signalen van betrokken zelfstandigen hebben wij dit probleem aangekaart bij uw ministerie met het verzoek tot een praktische oplossing te komen. In uw brief aan de Tweede Kamer komt u met de volgende Ministeriële Regeling. Nederlandse ondernemers, die in een andere lidstaat wonen, komen wel in aanmerking voor het leningdeel van de Tozo, maar voor inkomensondersteuning is men aangewezen op de bijstandsregeling van het betreffende land (meestal België of Duitsland). Buitenlandse ondernemers, die in Nederland wonen, maken dan aanspraak op inkomensondersteuning in Nederland en kunnen ondersteuning voor bedrijfskapitaal in het betreffende land aanvragen.

Deze door u gepresenteerde Ministeriële Regeling draagt naar onze mening niet bij aan de doelstelling van de Tozo en biedt geen perspectief op het voortbestaan van deze groep Nederlandse ondernemingen en wel om de volgende redenen (bijvoorbeeld België-Nederland):

1. Belgische ondernemers, die in België belasting en sociale premies betalen en in Nederland wonen, komen voluit in aanmerking voor de Belgische steunregelingen.

  • Federaal: Overbruggingsregeling Zelfstandigen (uitkering levensonderhoud)
  • Vlaams:
      • Corona Hinderpremie (vergelijkbaar met onze TOGS)
      • Corona Compensatieregeling (uitkering bij omzetverlies door corona)

Deze Belgische ondernemers zullen geen beroep doen op de Nederlandse Tozo, omdat ze voluit in aanmerking komen voor de (betere) steunregelingen in eigen land.

2. Nederlandse ondernemers, die in België wonen, komen niet in aanmerking voor de Belgische ondersteuning, omdat ze geen belasting en sociale premies betalen in België. Het zou alleszins redelijk zijn, indien de Nederlandse overheid zich op dezelfde wijze zou gedragen als de Belgische overheden, door Nederlandse ondernemers, die in Nederland belasting betalen, ook als ze in België wonen, voluit in aanmerking te laten komen voor de Nederlandse steunmaatregelen.

3. Het toewijzen van een deel van de Tozo (de lening) met de suggestie om dan maar in België bijstand aan te vragen, is onlogisch en gaat niet werken. De Belgische bijstandsregeling “Recht op Maatschappelijke Integratie”, is niet geschikt en niet bedoeld voor ondernemers in de huidige situatie. Geen enkele ondernemer heeft baat bij een ingewikkeld traject bij Maatschappelijk Werk bij een Belgische gemeente met voorwaarden van bedrijfsbeëindiging, inkomens- en vermogenstoetsen, WMO-achtige begeleiding en sollicitatieplicht. Men heeft ons verzekerd, dat de kans om in aanmerking te komen bovendien zo miniem is, nog afgezien van de duur van het traject, dat niemand er aan gaat beginnen.

4. Het voortbestaan van deze Nederlandse ondernemingen wordt als gevolg van de Nederlandse coronamaatregelen ernstig bedreigd. Het is niet rechtvaardig om Nederlandse ondernemers enkel vanwege hun woonplaats in een ander land, uit te sluiten van Nederlandse steunregelingen als de Tozo. Overigens hebben wij hetzelfde beeld als het gaat om ondernemers, die over de grens in Duitsland wonen.

Wij verzoeken u vriendelijk maar met klem om deze groep Nederlandse ondernemers, die zijn getroffen door de maatregelen van het kabinet, voluit in aanmerking te laten komen voor de Tozo, zodat wordt voorkomen, dat ze binnen afzienbare tijd omvallen. Dit verzoek wordt ingediend door onderstaande belangenorganisaties voor zelfstandigen.

Hoogachtend,

Maarten Post
Voorzitter stichting ZZP Nederland

Charles Verhoef
Voorzitter Zelfstandigen Bouw

Hans Biesheuvel
Voorzitter ONL

Marian Van Noort
Manager Expertise Centrum Zelfstandigen bij FNV

Margreet Drijvers
Directeur PZO