• Reputatieschade nieuwe bestuurlijke trend
woensdag 4 juni 2014
Door: Mildred Hofkes (Schaduwminister Bestuurlijke Vernieuwing)
Ook verschenen bij: De Telegraaf MijnBedrijf
Reputatieschade nieuwe bestuurlijke trend
Vandaag begint de parlementaire commissie woningcorporaties. Doel is om de besmeurde reputaties van bestuurders binnen die sector nader te onderzoeken. Er lijkt sowieso iets mis te gaan binnen de bestuurscultuur in Nederland. De bestuurlijke elite was nog maar net bijgekomen van de reputatierel rond de Libor-affaire van de Rabobank en de fors beschadigde reputatie van de bestuurders van de SNS-bank, of daar ging het volgende bestuur qua reputatie alweer ‘knock-out’. Dit keer stond het gerenommeerde accountantskantoor KPMG te schudden op z’n duur betaalde grondvesten.
De afgelopen jaren passeerden een aaneenschakeling van reputatieschandalen rond bestuurlijk falen de revue, denk bijvoorbeeld aan InHolland, Vestia, Amarantis, Imtech en ga zo maar door. Dit zijn geen incidenten meer, er lijkt hier sprake te zijn van een bestuurlijke trend. En hoogstwaarschijnlijk volgen er binnenkort nog meer reputatieschandalen van deze ordegrootte.
Zelfs in het buitenland is deze nieuwe bestuurlijke trend in Nederland opgevallen. De international board van KPMG heeft het Nederlandse kantoor onder verscherpt toezicht gesteld, om zo de reputatie van KPMG wereldwijd niet verder in diskrediet te brengen.
De toon aan de top
Is er inderdaad iets mis met de toon aan de top in ons land? Waarom lijkt verantwoordelijk en integer bestuurlijk gedrag bijna een uitzondering te worden? En helpen de aangescherpte codes, regels en het extern toezicht wel om het geschonden vertrouwen in onze bestuurlijke elite te herstellen? Of de zoveelste parlementaire enquete die onderzoek doet naar bestuurlijk falen?
Veel commissarissen en bestuurders benadrukken tegenwoordig het belang van integer handelen aan de top. Zij erkennen dat ANDERE bestuurders niet altijd integer handelen, maar haasten zich daarbij te vermelden dat zij zelf juist wel ethisch zijn. Dat zij het belang van de organisatie WEL boven hun eigen belang stellen. Dat zij WEL openstaan voor signalen en luisteren naar hun klanten en medewerkers, en dat zij WEL transparant zijn en in verbinding staan met de samenleving.
Veel van deze commissarissen en bestuurders zijn bovendien van mening dat ethisch handelen en integer bestuur juist goed beloond dient te worden. En daar gaat het precies mis in mijn analyse, want als ethisch handelen gekoppeld wordt aan beloning, hoe kan het dan dat het nu toch zo vaak ontspoord aan de top?
Ethiek en beloning
Mijn stelling is dat ethiek onmogelijk gekoppeld kan worden aan beloning. Ethiek gaat over bezieling, over het innerlijke kompas, je gevoel of iets klopt of niet. Ethiek is geen technische vaardigheid die je kunt leren, je kunt het pas ervaren als je met een open en eerlijke houding de klant tegemoet treedt. Beloning (= geld) gaat over rendement, winst en kwartaalcijfers. Zolang beloning gekoppeld wordt aan winst, heeft de top van een organisatie geen belang bij het sturen op ethiek.
Pas als de bestuurders van banken (en andere corporate instellingen) voor hun medewerkers gaan staan en uitleggen vanuit hun hart wat ze verstaan onder ethisch handelen en het ‘klantbelang centraal stellen’, kunnen we ethiek als doelstelling meetbaar maken. Pas dan zal het verdienmodel ook echt transparant zijn. Tot die tijd zullen nog veel topbestuurder ten onder gaan aan reputatieschade en uiteindelijk eindigen met de reputatie die ze verdienen, alle mooie woorden ten spijt.