Het Sociaal Akkoord 2017- Column Hans Biesheuvel op Wekr.nl
Het Sociaal Akkoord 2017
De economie en de arbeidsmarkt zijn de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Helaas lijkt het soms alsof de oude poldermastodonten met hun raden en stichtingen zich dit niet realiseren. Een leven lang werken voor hetzelfde bedrijf is de uitzondering op de regel geworden. Werkenden wisselen snel van werkgever en van werkvorm. Onze wetgeving en sociale zekerheid zijn hier nog niet op berekend. Dit moet veranderen. Hierbij moeten we niet wachten op de traditionele poldermastodonten, maar kijken naar de spelers van nu. Tegelijkertijd roep ik alle werkenden, werknemers, zelfstandigen en ondernemers op om mee te doen aan de modernisering van de arbeidsmarkt. Dit is onze arbeidsmarkt, laten we er zelf over beslissen!
Samen met het Alternatief voor Vakbond heeft ONL voor Ondernemers hiertoe een voorzet gegeven. In juli legden we het Sociaal Akkoord 2017 op de formatietafel. Het bevat beleidsvoorstellen die op breed maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. De inzet is het moderniseren van de arbeidsmarkt en de bijbehorende overlegeconomie. Met het Akkoord nodigen we andere organisaties, belanghebbenden, experts en werkenden uit om ook mee te doen en denken over het arbeidsmarktbeleid. Het is een eerste aanzet tot een open(er) overlegeconomie waarbinnen alle werkenden zich vertegenwoordigd voelen.
Flexibele arbeidsvormen, zoals zelfstandig professionals en tijdelijke arbeidscontracten, leveren een bijdrage aan onze economie en zullen niet meer verdwijnen. De behoefte aan flexibiliteit zal bij werkgever en opdrachtnemers blijven bestaan. Wel is het waar dat de kloof tussen vaste arbeidscontracten en flexibele arbeidscontracten onwenselijk groot geworden is. Flexwerkers hebben de afgelopen jaren minder zekerheid gekregen, terwijl vaste arbeidscontracten voor werkgevers steeds onaantrekkelijker zijn geworden. Met een aantal maatregelen willen we deze kloof verkleinen.
Verkleinen kloof vast en flex
Het kostenverschil willen we verkleinen met een degressieve ontslagvergoeding, die de transitievergoeding vervangt. Werkenden bouwen ontslagvergoeding op, waarbij relatief meer opgebouwd wordt bij korte contracten. Het aanbieden van langere of vaste contracten wordt zo goedkoper.
Tegelijkertijd wordt het ontslagrecht voor kleine werkgevers versoepeld. De risico’s en de kosten zijn door de aanpassingen van het ontslagrecht buitensporig groot geworden voor kleine ondernemingen. Indien een bedrijf zich in zwaar weer bevindt en ontslag wegens bedrijfseconomische redenen nodig is, dan krijgt een medewerker maximaal twee maanden loon als ontslagvergoeding mee. Zo wordt voorkomen dat meer mensen ontslagen moeten worden om de vergoedingen te kunnen betalen.
Werkgevers moeten ook de zekerheid krijgen dat een arbeidsovereenkomst beëindigd kan worden. Zo voorkomen we dat werknemer en werkgever tot elkaar veroordeeld blijven als de chemie weg is. Dit doen we door de ontbindingsgronden te verruimen met een brede restgrond. Op basis van deze restgrond kan een rechter altijd ontbinden, ook bij onvoldragen ontbindingsgronden.
Ziekte en re-integratie
Ook ten aanzien van ziekte en re-integratie van zieke medewerkers moet er veel veranderen. Wij stellen voor de loondoorbetalingsplicht bij ziekte te limiteren op maximaal een jaar. Wordt eerder vastgesteld dat de medewerker niet kan re-integreren dan stopt de loondoorbetalingsverplichting. Werknemers die niet meer kunnen werken krijgen een WIA/WGA uitkering. Binnen het kleinbedrijf wordt de salarisdoorbetaling aan zieke werknemers na zes weken een werkgeversverzekering met opt-out mogelijkheid. Op deze manier kan het risico gedeeld worden met velen, maar kan een werkgever het ook anders invullen.
De re-integratieverplichtingen voor kleine werkgevers willen we wegnemen. Re-integratie kan beter door deskundigen gebeuren. Die hebben de expertise en de mogelijkheden hiervoor. Werkgevers staat het natuurlijk vrij om vrijwillig een re-integratie tweede spoor te proberen.
Zelfstandigen
Zelfstandig professionals leveren een grote bijdrage aan de Nederlandse economie. Desondanks worden ze niet altijd voor vol aangezien. Wetgeving noch sociale zekerheid houdt rekening met deze groep werkenden. Laten we nu eindelijk duidelijkheid scheppen. Wettelijk wordt omschreven wanneer iemand een zelfstandige is. De sociale zekerheid wordt opengesteld voor zelfstandigen die hier gebruik van willen maken.
Laagdrempelige verzekeringen moeten het aantrekkelijk maken voor zelfstandigen om zich tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Opt-out mogelijkheden voorkomen dat zelfstandigen hiertoe gedwongen worden. Tegelijkertijd bevorderen we de ontwikkeling en scholing, net als voor alle andere werkenden, zodat iedereen over de vaardigheden en competenties beschikt die de arbeidsmarkt vraagt.
Nieuwe overlegeconomie
Het Sociaal Akkoord 2017 is een aanzet tot een nieuwe overlegeconomie. De spelers in de nieuwe economie zijn de grote én kleine werkgevers, start-ups, zelfstandigen en werknemers. Het stelsel is daar nog niet op ingericht. Dat moet veranderen. De tijd is voorbij dat we er vanuit mogen gaan dat VNO-NCW en FNV alle werkgevers en werknemers vertegenwoordigen.
Er is al jaren geen goed plan of voorstel meer uit de polder gekomen. Laten we het overleg daarom breder trekken. Neem bijvoorbeeld het Energie-akkoord. Alle partijen konden op basis van de inhoud aansluiten en meedoen. Dat resulteert in breed gedragen oplossingen. Iets vergelijkbaars willen ONL en AVV voor de arbeidsmarkt realiseren. We roepen daarom alle werkenden en hun belangenbehartigers dan ook op mee te werken aan een toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid en hopen dat het Sociaal Akkoord 2017 daar aan bijdraagt.