NieuwsPersberichten

UBO-register onveilig en onwenselijk

Vandaag stond het debat over de implementatiewet aangaande het UBO-register op de planning van de Tweede Kamer. Toch is het debat op het laatste moment verplaatst en debatteert de Tweede Kamer er vandaag niet over. Een signaal dat ONL voor ondernemers positief stemt, wanneer de verplaatsing betekent dat minister Hoekstra van Financiën de zorgen van ondernemers serieus neemt. Wijzigingen in de wet omtrent het UBO-register zijn vanwege onveiligheid en privacy-issues noodzakelijk. Minister Hoekstra heeft al enkele wijzigingen doorgevoerd, toch vindt ONL deze te marginaal.

ONL-voorzitter Hans Biesheuvel: “Het bestrijden van fraude is van groot belang, maar dit is de taak van de Belastingdienst. Hiervoor hoeven niet de persoonlijke gegevens van heel ondernemend Nederland op straat te liggen.”

Nu minister Hoekstra het debat heeft verplaatst, hoopt ONL dat hij met zijn initiatiefwet terugkeert naar de tekentafel. Familiebedrijven worden hierin namelijk weggezet als belastingontduikers die men keihard moet aanpakken. Echter, is dit een verkeerd beeld van ondernemers. De gemiddelde ondernemer is geen miljonair en voldoet keurig aan de belastingplicht.

Door deze wetswijziging kan iedereen bij persoonlijke gegevens van ondernemers. In een tijd waarin het recht op privacy van individuen van groot belang wordt geacht, vindt ONL het onbegrijpelijk dat dit recht niet voor ondernemers geldt. De overheid meet, volgens ONL, hierdoor met twee maten.

Daarnaast wordt het voor criminelen makkelijker gemaakt om hun doelwitten de selecteren. Het UBO-register versimpelt criminele activiteiten door het op een presenteerblaadje aan te reiken. Hoe je de wetswijziging ook uitlegt, er ontstaat een situatie waarin ondernemers makkelijker vindbaar zijn voor criminelen.

Biesheuvel: “Het UBO-register legt persoonlijke gegevens van ondernemers op straat, tornt aan hun veiligheid en zet hen weg als belastingontduikers. Onbegrijpelijk wanneer we de waarde van het ondernemersklimaat met zijn familiebedrijven op waarde schatten.”