Ben je nieuwsgierig naar de standpunten van ONL over actuele onderwerpen voor ondernemers? Je vindt ze hieronder in zes thema’s: Arbeidsmarkt, Financiering, Fiscaal, Innovatie, groei & duurzaamheid, Internationaal ondernemen, Mkb in de EU en een selectie van algemene publicaties over ondernemen in Nederland. Onder ieder standpunt vind je ook de publicaties van ONL over het betreffende onderwerp.

Blik op de toekomst
Ondernemers hebben een betrouwbare overheid en toekomstbestendig beleid nodig om te kunnen ondernemen, innoveren en groeien. ONL en haar partners zetten zich continu in om samen met het kabinet beleid te maken voor het brede mkb, met stevige ambities voor de toekomst:

  • In het Ondernemersmanifest Overleven en Vernieuwen formuleert ONL voorstellen die als routekaart voor ondernemend Nederland kunnen fungeren om de nederlandse economie weer op te starten tijdens de coronacrisis.
  • Het Mkb Toekomstplan 2030 schetst een langetermijnambitie voor de Nederlandse economie en biedt een veelvoud aan concrete praktische maatregelen om ondernemers in Nederland te ondersteunen.
  • Het Toekomstplan Arbeidsmarkt biedt een visie over de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt.
  • ONL, vakbond AVV en de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) maken in het sociaal akkoord als eerste concrete afspraken over de uitvoering van de voorstellen uit het eindrapport van de Commissie Regulering van Werk (Commissie-Borstlap) over de benodigde hervorming van ons arbeidsmarktbeleid.

Arbeidsmarkt

Er is een dringende noodzaak om onderwijs en de arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten. Scholen bieden soms opleidingen die weliswaar aansprekend zijn voor leerlingen, maar die de komende jaren nauwelijks kansen bieden op de arbeidsmarkt. Ook bieden scholen soms kennis en vaardigheden aan die op de werkvloer al achterhaald zijn. Om het onderwijs beter aan te laten sluiten op de behoeften van de arbeidsmarkt, is het zinvol dat het bedrijfsleven medezeggenschap krijgt over het curriculum van opleidingen.

Daarnaast is het belangrijk om werkend Nederland ruimte te geven om bij te scholen. Belemmeringen om op latere leeftijd terug te keren in het onderwijs, bijvoorbeeld het verhoogde collegegeldtarief, kunnen eenvoudig weggenomen worden. En mensen die thuis zitten moeten makkelijker een deeltijdopleiding of modulair onderwijs op afstand kunnen volgen.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

In het pensioenakkoord is een arbeidsongeschiktheidsverzekeringplicht voor zzp’ers opgenomen, zonder zzp-organisaties hierover te raadplegen. Zo’n AOV-plicht heeft niets te maken met pensioenonderwerpen. ONL is dan ook kritisch over deze gang van zaken.

Verzekeringen voor volledige arbeidsongeschiktheid zijn vaak duur, niet voor iedereen toegankelijk en je bouwt er vaak niets mee op. Het risico van langdurige arbeidsongeschiktheid is voor veel zelfstandige ondernemers niet individueel te dragen. Een vangnet bij arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden draagt daarnaast beter bij aan een sociaal zekerheidsstelsel dat past bij de huidige arbeidsmarkt, waarin mensen vaker wisselen van werk- en contractvorm. ONL staat daarom positief tegenover een verplichte arbeidsongeschiktheidsregeling voor alle werkenden – dus niet alleen voor zzp’ers – die bijvoorbeeld in te richten is als een 1e pijler (zoals de AOW) zonder opt out.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Het kabinet werkt aan een minimumtarief, webmodule en zelfstandigenverklaring ter vervanging van de Wet DBA. Deze maatregelen moeten zekerheid geven aan zelfstandigen en opdrachtgevers over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Tegelijkertijd willen politici dat deze maatregelen armoede en schijnconstructies onder zelfstandigen voorkomen. ONL twijfelt over de voorgestelde maatregelen omdat deze in vormgeving en uitvoering zeer complex zijn voor opdrachtgevers en opdrachtnemers. Ook twijfelt ONL of hiermee daadwerkelijk zekerheid kan worden gegeven over de aard van de arbeidsrelatie.

Ons arbeidsrecht is niet ingericht op zelfstandigen of de kwalificatie van arbeidsrelaties. Nederland kent geen wettelijke definitie van een zelfstandige zonder personeel. Om toch te bepalen wanneer iemand zelfstandige is, wordt nu gekeken naar rechtspraak. Uit Nederlandse jurisprudentie blijkt dat een veelvoud aan criteria gebruikt wordt bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.

De Arbeidsrelatiewet in België legt een aantal algemene criteria vast, die door de rechtspraak gebruikt worden bij de beoordeling van de arbeidsrelatie. ONL stelt voor om ook in Nederland de Arbeidsrelatiewet te introduceren, naar Belgisch voorbeeld.

Kabinetten worstelen al jaren met de positie van zelfstandigen zonder personeel op de arbeidsmarkt. De wet DBA, bedoeld om schijnconstructies tegen te gaan, werkt niet. Veel opdrachtgevers zien door de wet zulke grote risico’s rondom het inhuren van zelfstandigen dat zij niet zomaar opdrachten durven uit te geven. Voorstellen ter vervanging van de wet DBA zoals een minimumtarief en een zelfstandigenverklaring hebben het niet gehaald. Zij bleken slecht uitvoerbaar, niet goed te handhaven en misten draagvlak onder zelfstandigen. Er loopt nog een pilot webmodule.

Commissie-Borstlap stelt voor om te kijken naar een hanteerbare en eigentijdse afbakening tussen zelfstandigen en werknemers. ONL staat achter het idee van de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) om te komen tot eigen wettelijke criteria voor een zelfstandige zonder personeel. Opdrachtnemers en opdrachtgevers die aan de definitie voldoen hoeven zich geen zorgen te maken. Tegelijkertijd kan een scherpe afbakening leiden tot een effectieve aanpak van misstanden.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Werkgever, werknemer, zzp’er of flexwerker – iedereen zou meer toegang moeten hebben tot scholings- en ontwikkeltrajecten die bijdragen aan zijn of haar duurzame inzetbaarheid. ONL pleit daarom voor werkzekerheid in plaats van baanzekerheid. Wie in de ene sector geen werk meer heeft, krijgt de benodigde (financiële) ondersteuning om naar een andere sector over te stappen. Ook is ONL voorstander van een individueel scholings- en ontwikkelingsbudget voor iedereen, los van de werksituatie.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

De loondoorbetalingsplicht in combinatie met de re-integratieverplichtingen maakt werkgeverschap onaantrekkelijk voor veel ondernemers. ONL wil daarin verandering brengen en stelt een systeem voor waarin de werkgever alleen de eerste zes ziekteweken opvangt. Na zes weken is de werkgever niet meer verantwoordelijk voor loondoorbetaling, maar valt de werknemer in kwestie terug op een verplichte collectieve verzekering die inkomensbescherming biedt tot twee jaar ziekte. Werkgevers en werknemers betalen gezamenlijk aan deze verplichte collectieve voorziening. Na twee jaar ziekte stopt de loondoorbetaling en komt de arbeidsongeschikte in aanmerking voor een WIA-beoordeling. Zieke werknemers worden op deze manier de eerste twee jaar nog steeds doorbetaald, de zware last van loondoorbetaling ligt alleen niet meer uitsluitend bij de werkgever.

Ontlast het werkgeverschap door de loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor werkgevers in te korten naar één jaar. Naast het inkorten van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte pleit ONL ook voor verlichting van de re-integratieverplichtingen voor werkgevers. Kleine werkgevers hebben niet de capaciteit en kennis om een arbeidsongeschikte werknemers succesvol te re-integreren (bij een ander bedrijf). Bij de verplichtingen en risico’s van het werkgeverschap moet veel beter gekeken worden of het wel redelijk is dat de ondernemer hiervoor aansprakelijk is. Door onnodige lasten- en regeldruk voor werkgevers te verminderen, kunnen zij meer en beter ondernemen en durven zij makkelijker mensen in dienst te nemen.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Het huidige pensioenstelsel is ingericht naar de arbeidsmarkt van de vorige eeuw. Pensioenopbouw is per sector anders geregeld en aanvullende pensioenverzekeringen zijn alleen via werkgevers toegankelijk. Mensen hebben steeds vaker een carrière op basis van verschillende werk- en contractvormen, waardoor het pensioenstelsel voor de meeste mensen een technisch en ingewikkeld spaarplan is geworden. Wie in zijn carrière een aantal keer van baan verandert, heeft een verscheidenheid aan pensioenfondsen en -regelingen. ONL pleit voor:

  • Meer inzicht in daadwerkelijk opgebouwd pensioenvermogen via een persoonlijke pensioenrekening;
  • Afschaffing van de verplichtstelling van pensioenfondsen;
  • Introductie van pensioenfaciliteiten voor (zelfstandig) ondernemers.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

De arbeidsmarkt verandert sneller dan politiek Den Haag kan bijbenen. Er is een vooruitziende blik nodig in plaats van continu crisismanagement. Door onduidelijkheid over wet- en regelgeving en uitstel van nieuwe maatregelen verliezen ondernemers vertrouwen in de politiek. Omdat er snel duidelijkheid moet komen over het arbeidsmarktbeleid, heeft ONL een ‘toekomstplan voor de arbeidsmarkt’ opgesteld. Een langetermijnvisie, met als centrale vraag: hoe richten we samen de arbeidsmarkt van morgen in?

ONL-publicaties over dit onderwerp:

In de praktijk blijkt dat de transitievergoeding momenteel niet of nauwelijks aangewend wordt voor transitie naar ander werk. Het is een dure ontslagvergoeding geworden die onrechtvaardige elementen voor werkgevers bevat. Als het aan ONL ligt komt er voor de transitie naar ander werk een individueel scholings- en ontwikkelingsbudget. Om te stimuleren dat werkenden de transitievergoeding daadwerkelijk gaan gebruiken om ander werk te zoeken wordt deze vergoeding volledig gestort in het individueel ontwikkelbudget.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

De Wet arbeidsmarkt in balans sluit niet aan op de huidige arbeidsmarkt. De wet heeft als uitgangspunt dat flexibele arbeid duurder en ‘vaster’ moet worden. Dit zorgt voor extra kosten en risico’s bij ondernemers, waardoor het onaantrekkelijk is om werknemers in (vaste) dienst te nemen. De wet houdt bijvoorbeeld te weinig rekening met sectoren die afhankelijk zijn van flexibele arbeid. ONL bespreekt alle onwerkbare elementen uit de Wet arbeidsmarkt in balans in het ‘ONL toekomstplan voor de arbeidsmarkt’ en het sociaal akkoord van ONL-AVV-VZN.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Met veel trots presenteren ONL, vakbond AVV en de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) een nieuw en uniek sociaal akkoord 2021. Voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse overlegeconomie is er sprake van een tripartiet akkoord. Zowel werkgevers, werknemers als zelfstandigen zijn betrokken bij dit Sociaal Akkoord. ONL, AVV en VZN maken in dit akkoord als eerste concrete afspraken over de uitvoering van de voorstellen uit het overheidsrapport van de Commissie Regulering van Werk (commissie-Borstlap) over de benodigde hervorming van het Nederlandse arbeidsmarktbeleid.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

ONL maakt zich grote zorgen over de voorgestelde wet werken waar je wilt. D66 en GroenLinks beogen met hun wetsvoorstel van het thuiswerken een recht te maken. Dat is op zichzelf geen slechte zet, door het coronavirus zal thuiswerken alleen maar in populariteit toenemen – ook na afloop van de coronacrisis. ONL twijfelt echter – net als de Raad van State – sterk aan de nut en noodzaak om het recht op thuiswerken in een algemene wet te verankeren. Niet alleen bleek het de afgelopen maanden massaal mogelijk om hier goede afspraken over te maken, ook is thuiswerken niet altijd de beste oplossing. Dat verschilt per organisatie en per personeelslid.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

ONL is tegen een recht op onbereikbaarheid. Wel steunt ONL de oproep van diverse kamerleden om als werkgever serieus met werknemers in gesprek te gaan over bereikbaarheid buiten werktijd, aangezien door het gebruik van mobiele apparaten mensen altijd bereikbaar zijn. Voorkom dat je werknemers het gevoel hebben dat ze altijd “aan” moeten staan.

Een van de problemen waar, met name kleine, werkgevers tegenaan lopen is de stapeling van het aantal verlofregelingen. Werknemers hebben op dit moment recht op zwangerschaps-, geboorte-, ouderschaps-, adoptie of pleegzorgverlof, kortdurend en langdurig zorgverlof, calamiteitenverlof en kort verzuimverlof. Veel politieke partijen willen bovenstaande verlofregelingen uitbreiden. Ook komen partijen met ideeën voor rouw-, vrijwilligers-, vakbonds-, burgerschaps-, mantelzorg-, transitie- en scholingsverlof. Het gaat hier uiteraard om goedbedoelde voorstellen, maar wat betekent deze stapeling van verlof- regelingen voor de werkgever? ONL mist in het debat over de uitbreiding van verlofmogelijkheden nadrukkelijk de aandacht voor het werkgeverschap en de positie van de ondernemer. Voeg daarnaast de diverse verlofregelingen rond geboorte en zorg samen to één geïntegreerde regeling. Daarmee maak je het opnemen van verlof gebruiksvriendelijker voor zowel de werkgeer als de werknemer.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Financiering

Wanneer bedrijven in een economische keten een contract met elkaar aangaan, wordt vaak een verpandingsverbod opgelegd van een grote afnemer ten opzichte van een kleine financier. Dit betekent dat kleine bedrijven hun vorderingen niet mogen verpanden en daarmee inzetten bij het verkrijgen van een krediet. ONL is fel gekant tegen deze praktijk, aangezien grote bedrijven hiermee op onrechtmatige wijze grip houden op de praktijken van kleine ondernemers. Ook komt de financieringspositie van ondernemers in het gedrang, doordat zij minder makkelijk aan een krediet kunnen komen.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Wanneer je als ondernemer een krediet wilt bij een bank, zal deze vragen om zekerheden. Dit zijn activa waar de financier recht op heeft bij een faillissement of herstructurering, wanneer je als ondernemer onverhoopt niet kunt voldoen aan de afbetaling. Het is echter zo dat ook andere bedrijven, vaak grote afnemers, dit soort zekerheden opeisen in contracten die worden aangegaan. Hierdoor ontstaat de situatie dat ondernemers al hun zekerheden verliezen en bij een nieuw aan te vragen krediet geen gebruik meer kunnen maken van deze zekerheden. Dit schaadt de financieringspositie van ondernemers en zodoende moet het zekerhedenrecht nodig herzien worden, om deze perverse prikkel eruit te halen.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Toegang tot financiering is één van de grootse knelpunten voor het huidige MKB. Traditionele banken bieden niet altijd passende financiële producten voor (kleine) ondernemers. Tegelijkertijd lijkt de huidige non-bancaire financiers niet te kunnen voldoen aan de vraag. Er is een financieringsgat. ONL ziet een taak voor de overheid om dit financieringsgat te dichten. De overheid moet het aanbod van non-bancaire financiering stroomlijnen via een centrale marktplaats vergelijkbaar met de British Business Bank. De marktplaats moet ondernemers op zoek naar financiering en non-bancaire financiers bij elkaar brengen. Tevens moet de bekendheid van de non-bancaire financieringsmarkt worden vergroot en moet er meer aandacht worden besteed aan informatieverstrekking, goed financieringsadvies en coaching richting MKB-ondernemers.

De coronacrisis heeft een grote impact gehad op de meeste ondernemers. Een deel van de ondernemers is hierdoor financieel in het nauw gekomen. In deze gevallen kan de bank besluiten het bedrijf in bijzonder beheer te plaatsen. Deze situatie doet zich voor wanneer de onderneming niet in staat is te voldoen aan zijn betalingsverplichting aan de bank. Voor ondernemers heeft dit verstrekkende gevolgen, aangezien zij hiermee een hoop zeggenschap verliezen over hun eigen bedrijf in deze situatie. ONL begrijpt de noodzaak van bijzonder beheer, echter kan de uitvoering nog verbeterd worden. Ook in dit geval zullen banken meer naast ondernemers moeten gaan staan, in plaats van tegenover hen. Een gezonde doorstart is in ieders belang daarom moet er gezocht worden naar oplossingen en niet naar tegenstrijdigheden.

 

In het geval dat een ondernemer een doorstart niet meer haalbaar acht kan een beroep worden gedaan op een WHOA-traject volgens de Wet Homologatie Onderhands Akkoord. Deze wet stelt ondernemers in staat onderhands tot een akkoord te komen met schuldeisers, buiten de formele insolventieprocedure om.

Fiscaal

Belastingen hebben een grote impact op het ondernemersklimaat. Het Nederlands belastingstelsel is ondoorgrondelijk geworden. Daarnaast stimuleert het ondernemers onvoldoende om te investeren en om door te groeien. De transitie naar een radicaal vereenvoudigd en verbetert belastingstelsel heeft grote prioriteit. Het moet ondernemerschap stimuleren en draagt bij aan een beter investeringsklimaat.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Een Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) staat aan het hoofd van een BV en heeft een meerderheidsbelang in zijn of haar bedrijf. ONL merkt al tijden op dat de DGA als begrip in de hoek wordt gezet als zakkenvuller en dit gebeurt ten onrechte. DGA’s zijn veelal hardwerkende ondernemers die voor eigen rekening en risico hard werken en werkgelegenheid voor anderen creëren. Zodoende is ONL van mening dat de DGA ondersteund mag worden en dat het verkeerde beeld dat over deze positie leeft in het publieke en politieke debat bevochten moet worden. Te beginnen met het schrappen van de ‘wet excessief lenen bij de eigen vennootschap’.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Wanneer een ondernemer door overheidshandelen schade ondervindt, kan hij aanspraak maken op schadevergoeding. Momenteel is deze nadeelcompensatie nog erg onduidelijk vastgelegd en de voorwaarden verschillen per gemeente of overheidsinstantie. ONL pleit voor een eenduidige en duidelijke compensatieregeling die wettelijk helder vastgelegd wordt, zodat getroffen ondernemers een redelijke schadevergoeding ontvangen indien zij daar recht op hebben.

Ondernemers met pensioen in eigen beheer betalen al jaren te veel belasting over hun vermogen. In Nederland wordt de belastingheffing over vermogen (box 3) berekent op basis van een fictief rendement. Omdat het werkelijk behaalde rendement al jaren lager ligt dan het fictieve rendement waarmee wordt gerekend teren ondernemers in op hun vermogen. Nu er eindelijk overeenstemming is moet het stelsel van een fictieve vermogensrendementsheffing dan ook zo snel als mogelijk worden omgezet naar een stelsel op basis van werkelijk rendement. ONL ziet deze stelselwijziging liever vandaag dan morgen geregeld.

Innovatie, groei en duurzaamheid

ONL constateert dat de wet ODE zijn doel voorbij schiet. Nu is het bijvoorbeeld zo dat met name bedrijven die fors hebben geïnvesteerd in CO2-reductie de hoogste (stijging van de) ODE-kosten betalen. Met name koplopers in de glastuinbouw die nauwelijks of geen CO2-uitstoot meer hebben betaalde in 2020 de hoogste rekening voor de ODE-heffing. Dit komt door de hoge elektriciteits- tarieven dat het alternatief is voor gasverbruik. Het gevaar dreigt dat deze bedrijven hun investeringen terugdraaien en inzetten op fossiele brandstoffen / gasverbruik om de extra ODE-kosten voor elektriciteit te kunnen drukken. Daarbij komt weer meer CO2-uitstoot vrij. Meerdere overheidsrapporten geven terecht aan dat niet elk beleidsinstrument goed werkt. De ODE-heffing is daar een voorbeeld van en moet dan ook op de schop.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Ondernemers moeten in Nederland aan veel regels voldoen, met veel (overbodige) administratie tot gevolg. De regeldruk komt uit verschillende hoeken, ook de (rijks)overheid speelt hierin een negatieve rol. Invoering van de mkb-toets en de activiteiten van de commissie van Straalen hebben nog te weinig impact gehad op verlaging van deze regeldruk. ONL pleit daarom voor één coördinerend ministerie voor ondernemersbeleid.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Nederland staat bekend als kenniseconomie. Bepaalde sectoren zullen – bijvoorbeeld door de coronacrisis – hun bedrijfsmodel moeten herijken. Hier ligt een mooie kans voor de digitaliseringsagenda van het mkb. Innovatie en digitalisering kan concreet vorm krijgen in het brede mkb door bedrijven te koppelen aan andere ondernemers, kennisinstellingen en onderzoekscentra. Binnen deze kennis- en ondernemende ecosystemen kunnen mkb-bedrijven elkaar vinden en versterken. Op decentraal niveau wordt al in publiek-private driehoekverbanden samengewerkt tussen overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Intensiveer die samenwerking door in verschillende steden pilots te starten, waarbij de (semi-)overheid het voortouw neemt.

Voor een sterk ondernemersklimaat is het onontbeerlijk dat ondernemers digitaal vaardig zijn. De coronacrisis maakt pijnlijk duidelijk dat het MKB nog veel kennis en vaardigheden op het gebied van digitalisering tekort komt. Waar grotere bedrijven snel de overgang van fysiek naar digitaal zakendoen maakte, duurde het bij kleinere ondernemers veel langer om deze overgang in gang te zetten. ONL zet daarom in op een doelmatige en efficiënte digitaliseringsstrategie voor het MKB. Hierbij is het belangrijk dat er wordt gekeken naar het opzetten van ondernemende ecosystemen en het op gang brengen van investeringen. Daarnaast is het erg belangrijk dat er meer vanuit de ondernemer gekeken wordt naar wat er nodig is om deze digitaliseringsslag te maken. Op die manier zorgen we ervoor dat ondernemers niet achterblijven in deze transitie zodat zij een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de kenniseconomie.

De energie- en klimaattransitie is een uitdaging van de komende twintig jaar. Het is lastig om de aanpak van maatschappelijke uitdagingen te organiseren als de implementatie meer tijd vergt dan één kabinetsperiode. Het gevaar dreigt dat de richting van het beleid vaak wijzigt. Diffuus beleid leidt tot onduidelijkheid en verlies van draagvlak, terwijl dit één van de broodnodige voorwaarden is voor succes. Voorkom dan ook dat een volgend kabinet bijvoorbeeld vier jaar lang inzet op biomassa, maar dat het kabinet daarna het gebruik van biomassa uit wil faseren.

 

Hier ligt een kans voor de overheid: een betrouwbaar meerjarenplan voor de energie- en klimaat- transitie. Een integraal klimaat- en energiebeleid, waarbij ondernemers worden betrokken, helpt daarbij. Door plannen en regels samen met ondernemers op te stellen en uit te voeren creëer je meer draagvlak. Ook verkrijgen ondernemers zo de zekerheid die nodig is om te investeren en in te zetten op de energietransitie. In een routekaart kan de overheid de komende jaren deze benodigde houvast en het handelsperspectief bieden.

Rondom het Klimaatakkoord wordt veel over ondernemers gesproken en veel te weinig met hen. Het is belangrijk dat ondernemers beter en meer betrokken worden bij het bedenken en uitvoeren van het klimaatbeleid. Zij hebben de sleutel in handen om klimaatplannen te laten slagen en hebben de nodige praktijkkennis. Het kabinet heeft al een onafhankelijke adviescommissie gevraagd te onder- zoeken hoe burgers beter betrokken kunnen worden bij het klimaatbeleid, bijvoorbeeld via een burgerforum. Biedt ook ondernemers nadrukkelijker zo’n platform.

 

Het is niet alleen belangrijk om het mkb te betrekken bij de totstandkoming van het klimaatbeleid, ook de uitvoering ervan moet goed in de gaten worden gehouden. Er zijn tal van ideeën die op de Haagse tekentafel potentie bieden, maar in de praktijk tot onverwachtse problemen leiden bij ondernemers. ONL pleit dan ook voor een redelijk en haalbaar klimaatbeleid waarbij ondernemers actief betrokken worden.

Er zijn nu veel subsidieregelingen en belastingvoordelen voor bedrijven die willen investeren in energiebesparing of de opwekking van duurzame energie. ONL constateert daarbij dat veel (kleine) MKB-ondernemers verdwalen in deze ‘subsidiejungle’. Het opgetuigde bouwwerk aan subsidieregelingen, heffingen en belastingvoordelen is te complex en onoverzichtelijk geworden. Wat ONL betreft komt er zo snel mogelijk een einde aan de wirwar van belastingheffingen en subsidie- regelingen voor bedrijven die willen bijdragen aan de klimaat- en energietransitie.

Er zijn veel kleine ondernemers die graag willen gaan verduurzamen, maar niet goed weten waar ze moeten beginnen. Met name mkb’ers hebben vaak onvoldoende tijd of kennis om zich te verdiepen in verduurzamingsmaatregelen. Ook zijn ondernemers niet goed bekend met subsidieregelingen op klimaat- en energiegebied en vinden ze de informatievoorziening hierover onduidelijk. Vroeger konden ondernemers dan terecht bij Syntens. Deze organisatie stimuleerde en begeleidde ondernemers bij innovatie in de meest brede zin van het woord. Syntens droeg met kennis, contacten, diensten en projecten bij aan het versterken van het innovatievermogen van deze bedrijven die op technologisch, organisatorisch of bedrijfsmatig gebied willen vernieuwen. Hiervoor beschikte zij onder andere over een uitgebreid kennisnetwerk van bedrijven en instellingen om de ondernemer te koppelen aan de juiste (markt)partijen. ONL is groot voorstander van het terugbrengen van dit concept, waarbij mensen dagelijks mkb’ers kunnen adviseren.

Nederland beschikt over een krachtige kenniseconomie. We beschikken over een goede infrastructuur voor jonge bedrijven om zich te ontwikkelen en voor bestaande bedrijven om meer te gaan innoveren. Daarnaast zijn er een groot aantal kennisinstituten en universiteiten waar belangrijke innovatie op wereldniveau plaatsvindt. Bij een goed ecosysteem voor innovatie komt echter meer kijken. De juiste fundamenten moeten gelegd worden om bedrijven te stimuleren om te blijven innoveren. Zo blijft onze economie zowel een voedingsbodem voor eigen innovatie, als een ideaal vestigingsland voor bedrijven uit de rest van Europa en daarbuiten. Daarbij is een integraal beleid belangrijk waarbij ingezet wordt op sterke sectoren. Tevens is het belangrijk om innovatie door middel van investeringen en andere stimulansen beter te ondersteunen. Ten slotte is het cruciaal om de maak- en procesindustrie in Nederland weer kracht te geven, om zo de afhankelijkheid van import van hoogwaardige technologie te verkleinen.

Internationaal ondernemen

Het Nederlandse MKB heeft over het algemeen nog veel moeite om de internationale markt op te gaan. Ongeveer 9% van de MKB-bedrijven in Nederland is internationaal actief, terwijl 32% van het Nederlandse BNP in het buitenland verdiend wordt. Kleinere bedrijven en startups kunnen hun weg op Europese en mondiale markt nog niet voldoende vinden. Zeker nu, in tijden waarin het cruciaal is om zo breed mogelijk markten aan te boren en nieuwe afzetmarkten te vinden, verdient het MKB een grotere rol in het Nederlandse handelsbeleid. Grote fondsen als Invest International kunnen uitkomst bieden, mits voldoende toegankelijk voor het MKB. Daarbij zijn met name de toegankelijkheid voor en de focus op het MKB, een proportioneel IMVO-beleid en voldoende toegang tot financiering van groot belang. Ook dient het eerlijke speelveld gewaarborgd te worden.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

ONL ziet dat ondernemers internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) belangrijk vinden, de doelstellingen van het IMVO-beleid worden breed gedragen. Helaas zien kleine ondernemers de IMVO-verplichtingen vaak als onwerkbaar. Door steeds verdergaande transparantieverplichtingen in de handelsketen vragen grote ketens onder het mom van IMVO gedwongen inzage van concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie van ketenondernemers. ONL bestrijdt deze handelswijze en wijst op de OESO-richtlijnen, waarin expliciet vermeld is dat gevoelige bedrijfsinformatie niet hoeft te worden vrijgegeven.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

ONL ziet dat ondernemers internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) belangrijk vinden, de doelstellingen van het IMVO-beleid worden breed gedragen. Helaas zien kleine ondernemers de IMVO-verplichtingen vaak als onwerkbaar. Door steeds verdergaande transparantieverplichtingen in de handelsketen vragen grote ketens onder het mom van IMVO gedwongen inzage van concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie van ketenondernemers. ONL bestrijdt deze handelswijze en wijst op de OESO-richtlijnen, waarin expliciet vermeld is dat gevoelige bedrijfsinformatie niet hoeft te worden vrijgegeven. Daarnaast is IMVO-beleid alleen effectief en eerlijk binnen EU-verband en zijn eenzijdige stappen contraproductief.

Mkb in de EU

ONL maakt zich sterk voor vrije handel, mits dit ook eerlijke handel is. Er lopen momenteel op Europees niveau veel initiatieven die dit nastreven, zoals het Investment Procurement Instrument (IPI), waar ONL ook eerder tot opgeroepen heeft. De opkomst van digitale platformen heeft duidelijk gemaakt dat niet alle partijen aan dezelfde regels en eisen gebonden zijn. Zij verkrijgen een oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van het Nederlandse MKB. Om op een eerlijke manier op de internationale markt te kunnen concurreren, is het cruciaal voor ondernemers dat alle spelers op de markt zich aan dezelfde regels houden. Het is in het algemeen belang dat producten die de Europese markt op komen voldoen aan Europese kwaliteitseisen en voor een eerlijke prijs verhandeld worden. Enerzijds is dit belangrijk voor de marktpositie van ondernemers binnen de EU, omdat die eerlijk moeten kunnen concurreren. Anderzijds moet de consument er zeker van kunnen zijn dat producten die zij in Nederland kopen, aan bepaalde eisen voldoen.

De EU heeft grote impact op het mkb in Nederland. Het is daarom van belang dat de Europarlementariërs luisteren naar ondernemers en weten welke onderwerpen zij belangrijk vinden. ONL heeft via polls, gesprekken en werkgroepen de stem van de ondernemer weergegeven. Er kwamen vijf belangrijke thema’s naar voren:

  1. Verbeter de toegang tot Europese financieringsprogramma’s voor het mkb.
  2. Verbeter de (digitale) interne markt, zorg voor een gelijk speelveld voor ondernemers.
  3. Vereenvoudig internationaal zakendoen, kom over de brug met een nieuw Europees btw-stelsel.
  4. Maak duurzaam en circulair ondernemen aantrekkelijk voor het mkb.
  5. Laat het Europees aanbestedingsbeleid beter aansluiten op het mkb.

ONL-publicaties over dit onderwerp:

Ondernemen – algemeen

Nederlandse bedrijven hebben behoefte aan passende regels en beleid. Goed bedoelde plannen vanuit de overheid moeten aansluiten bij de werkvloer van het mkb. Dit is nog niet altijd het geval. Ook hebben vele goede bedoelingen geleid tot theoretische inspanningen die de ondernemers nog niet (voldoende) hebben bereikt. Om ondernemers in Nederland op verschillende gebieden te ondersteunen, publiceert ONL regelmatig over specifieke onderwerpen waarvoor in politiek Den Haag aandacht nodig is: